Boosheid is een van de basisemoties van de mens. Wie handelt uit boosheid of woede, geeft zijn grenzen aan en laat zien dat een ander te ver is gegaan. Meestal worden de verhoudingen daarna hersteld en zakt de boosheid weg.
Snel boos zijn is voor ieder kind en zijn ouders lastig. Elk kind is wel eens boos, en gelukkig maar. Maar bij heel veel boos zijn zet het kind zichzelf en zijn omgeving in een machteloze positie. Vaak boos zijn zorgt ervoor dat het minder gezellig is thuis. De leerkracht op school worstelt ermee en er kunnen sociale problemen ontstaan voor het kind omdat andere kinderen hem of haar gaan mijden.
Wie boos reageert, krijgt meestal negatieve emoties van de ander terug. Dit kan tot gevolg hebben dat anderen bij voorbaat al verwachten dat je boos wordt en dat het patroon zo in stand wordt gehouden.
Bij jonge kinderen komen woede-aanvallen regelmatig voor. Hun emotieregulatie is tot een bepaalde leeftijd nog niet voldoende ontwikkeld. In sommige gevallen hebben ze begeleiding nodig om hun woede te leren beheersen. Het kan ook voorkomen dat kinderen en volwassenen woede-aanvallen ontwikkelen na een ingrijpende gebeurtenis. Vaak is het een combinatie van aanleg en omgevingsfactoren.
Vaktherapie bij woede en agressie
In vaktherapie staat niet het praten centraal, maar het ervaren en handelen.
Met gerichte oefeningen en opdrachten kun je (opnieuw) leren hoe je op een goede en veilige manier boos wordt. Je kunt de signalen leren kennen van je woede: waar voel je dit in je lichaam? Welke gedachten komen er bij je op en welk gedrag hoort daarbij? Als je je bewust bent van de vaste patronen waarlangs een woede-aanval zich ontwikkelt, dan kun je deze stappen apart bekijken. In oefeningen kun je (soms letterlijk) stilstaan bij elke stap en ontdekken dat je een keus hebt in je gedachten en je handelen. Zo kun je bijvoorbeeld gaan ervaren welke gevolgen het heeft voor het verloop van een gebeurtenis als je andere gedragskeuzes maakt. Ook alternatief gedrag komt aan de orde: op welke manieren kun je je boosheid wel veilig uiten?
Naast het ontwikkelen van alternatief gedrag kan je ook onderzoeken wat de oorzaak is van de boosheid, zoals misschien een negatief zelfbeeld of een ingrijpende gebeurtenis waar je nog last van hebt.
Bij (jonge) kinderen zal de therapie op een meer symbolisch niveau te werk gaan. Daarbij kan je denken aan tekenopdrachten, poppenspel of het spelen met zand, klei of verbeeldingsmateriaal.
Het doel is het negatieve gedrag te laten afnemen en het sociale en positieve gedrag te laten toenemen. Het kind leert betere oplossingsvaardigheden in sociale situaties. Ook de ouders spelen hier een grote rol in, zodat ouders en kind weer met een positieve manier met elkaar omgaan.
De Zwaan I Beeldende therapie en creatieve workshops I Leidsche Rijn, Utrecht I welkom@beeldendetherapieleidscherijn.nl I 06-47769861 I
KVKnr 61075361 I Lid van NVBT, FVB, SRVB, NFG, RBCZ en Kanker in beeld I